Race tot he bottom: de PUE in het datacenter

cloud Cloud & Infrastructure

Gepubliceerd op 2025-07-07 door William Visterin

Energie-efficiëntie van een datacenter heeft een drieletterwoord: power usage efficiency, kortweg PUE. Het is natuurlijk niet de enige parameter om energie-efficiëntie of -verbruik in kaart te brengen. Maar het is wel een waarde waar doorgaans het meest mee wordt gezwaaid. Is dit terecht? “Niet elk datacenter heeft dezelfde bewegingsvrijheid.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in SAI Update, het digitaal magazine van SAI. Leden van SAI kunnen het magazine integraal lezen.


Het datacenter van Google in Hamina in Finland

De PUE-waarde wordt berekend door het totale verbruik van het datacenter te delen door het energieverbruik van de it-apparatuur (servers, opslag, netwerk). Hoe dichter het resultaat 1 benadert, hoe energie-efficiënter, althans in theorie. “Er zijn nog flink wat KMO’s die zich moeten tevreden stellen met een PUE van 3”, aldus Laurens van Reijen, algemeen directeur van datacenteruitbater LCL.

Het datacenter dat LCL onlangs in Gembloux overnam van Engie heeft bijvoorbeeld een PUE van 1,25, volgens hen toen ongeveer dertig procent lager dan het verbruik van conventionele datacenters. Al gaan sommige datacenters lager qua PUE. Verder wil LCL de pue in al zijn datacenters doen dalen naar 1,3 tegen 2030. “In het algemeen is 1.3 de geaccepteerde norm”, stelt van Reijen.

Volgens een recent rapport van de EU Science Hub hebben datacenters in de EU een gemiddelde PUE van 1,6, terwijl sommige nog waarden boven de 2,0 rapporteren.

Google-datacenter

Bij het datacenter dat Google oprichtte in Saint-Ghislain in de buurt van Bergen bedroeg de pue 1,09. “De gemiddelde PUE voor alle Google-datacenters is 1,10. Als we meer apparaten buiten beschouwing zouden laten, zouden we zelfs een PUE van niet meer dan 1,06 halen”, klinkt het bij Google.

Maar je kan datacenters, en hun opzet, niet zomaar vergelijken. “De PUE van Google is meestal laag doordat ze water gebruiken. Wij doen dat niet vanwege duurzaamheidoverwegingen, immers water is een schaars goed”, oppert Laurens van Reijen. “Datacenters die water gebruiken doen dit om te besparen op de stroomkosten.”
Moesten ze bij Google geen water gebruiken zou de PUE, volgens hem, hoger liggen. “Maar misschien wel onder de 1,3, zij kunnen immers IT op hogere temperatuur laten draaien. In colocatie kunnen we dat niet opleggen aan de klant. Niet elk datacenter heeft dezelfde bewegingsvrijheid.”

Finland

Er kwam de voorbije jaren wel wat kritiek op de fixatie in de datacenterwereld voor die PUE-waarde. Zo zou het nog te vaak een momentopname zijn en te weinig rekening houden met de locatie van een datacenter. Terwijl een datacenter in Zuid-Spanje bijvoorbeeld meer koelingsfaciliteiten nodig heeft dan een in Finland. Het is ook niet voor niets dat Google onder meer een datacenter uitbaat in Hamina in Finland. Net zoals wel een aantal andere grote uitbaters naar Scandinavië trokken.

In de gebieden met de hoogste PUE's - Latijns-Amerika, Afrika, het Midden-Oosten en een groot deel van de regio Azië-Stille Oceaan - kan het klimaat namelijk een rol spelen. Regio's met een minder gematigde weeromgeving zijn mogelijk minder goed in staat om te profiteren van technologieën voor free cooling, die het verbruik aanzienlijk kunnen verlagen. Dit is bijvoorbeeld vooral het geval in gebieden met een hoge vochtigheidsgraad.

Frankfurt

Bovendien is PUE maar één parameter. “Je kan je datacenter enorm groot maken dan ben je super efficiënt bij vollast. Maar het zal lang duren om het te vullen en je zal niet efficiënt zijn bij lage last. Want de Belgische markt groeit, maar is niet vergelijkbaar met de vraag als in een stad als Frankfurt in Duitsland”, merkt van Reijen op.

Datacenters maken in dat opzicht ook andere keuzes. “Je kan water gebruiken zoals Google of Smals en een algoritme runnen die kost van elektriciteit vergelijkt met de kost van water. Dat is een keuze waar we niet achter staan vanwege de verspilling van water, water is een schaars product”, haalt hij aan. In het geval van Google gebruikt het voor hun datacenters in Saint Ghislain een (geavanceerd) systeem met koeling door verdamping van water uit het nabijgelegen industriekanaal.

Je kan als datacenter-uitbater ook je koelsystemen optimaliseren, en meer free cooling toepassen. “Dit is echter beperkt door de temperatuur die de klant wilt aan de aanzuigzijde van de server. Als de eisen van de klanten qua temperatuur stijgen kunnen we de PUE verlagen”, oppert hij. “In het algemeen zijn PUE van 1,3 haalbaar, onze nieuwe installatie voldoen hier reeds aan. Wij gaan de komende jaren onze installaties aanpassen om dit streefdoel uit de genaamd Climate Neutral Data Centre Pact te halen.”

ESG

Tenslotte is energie meer dan PUE. Want in de zogenaamde Datacenter Infrastructure Management Tooling, kortweg DCIM-oplossingen, komen diverse parameters aan bod. Naast PUE is dat onder meer ook DCiE (Data Center Infrastructure Efficiency), het totale energieverbruik en het energieverbruik voor koeling.

Bovendien is er meer dan energie alleen, ook als het om datacenters gaat. Van Reijen beaamt dat. “Wij zien duurzaamheid breder dan alleen PUE. Zo is ook de CO2 uitstoot verminderen met 42% ons streefdoel. En daarnaast zijn de Social en Governance uit ESG ook van belang.”


© SAI 2025 Alle rechten voorbehouden | Privacy | Contact | Lid Worden | Over SAI | Raad van Bestuur | Partners en Steun